Europa League - Manchester United en Tottenham strijden om eindwinst en ticket voor Champions League

In de Premier League kenden Manchester United en Tottenham allebei een snertseizoen, waarin ze maar net boven de degradatiezone eindigden. In eigen land waren de Europese tickets dus ver buiten bereik, maar winst in de Europa League levert een van beide ploegen wel een plaats op in de league phase van de erg lucratieve Champions League. Het wordt dus een finale met een prijskaartje van vele tientallen miljoenen euro.

Manchester United, de meest gelauwerde Engelse club, won de Europa League al een keer, in 2017, en was verliezend finalist in 2021. Daarnaast staan ook de Champions League/EuropaCup I (1968, 1999 en 2008) en Europabeker voor Bekerwinnaars (in 1990) op het palmares van de Red Devils. Tottenham heeft de UEFA Cup (voorloper van Europa League) twee keer op de erelijst, in 1972 en 1984, en werd runner-up in 1974. De Spurs wonnen ook de Europabeker voor Bekerwinnaars (in 1963) en verloren een keer de finale van de Champions League (in 2019). Het is voor Tottenham overigens van 2008 geleden dat het een prijs won, toen de League Cup in eigen land.

Dit seizoen speelden United, sinds november 2024 gecoacht door de Portugees Ruben Amorim, en Tottenham, met de Australische Griek Ange Postecoglou op de trainersbank sinds 2023, drie keer tegen elkaar en telkens trokken de Londenaars aan het langste eind: twee keer in de Premier League (0-3 en 1-0) en in de kwartfinales van de League Cup (4-3).

De winnaar van het duel in San Mames volgt op de erelijst van de Europa League het Italiaanse Atalanta op.